De zwerver in mij
​
De zwerver in mij, verandert samen met de tijd
Soms ben ik droevig en helemaal niet blij
Als anderen naar mij staren maakt het mij zo klein
O, wat gebeurd er soms in mij
Zo herken ik toch de hypocriet met zijn schijnheiligheid
Af en toe ben ik de geur in elke ton
En hangt een vervelende geur komend uit elke mond
Bevind ik mij op plaatsen en ben ik verloren verwilderd onder diezelfde zon
Mijn kleren omringd door vliegen die vliegen in het rond
Opgezette tijden houw ik mijn handen op
Voor wat te eten of te drinken niemand die voor mij stopt
Gaan de mensen mij snel voorbij , dan pas merk ik dat er iets niet klopt
En keren zich mijlen verder dan pas even om en verzamel ik de blikken die komen vanuit de nette pop
​
Zo slenter ik verder langs alle straten
Tussen de smeulende oksel haren , niemand wil met mij praten
Zomaar kijken de heiligen toch zo schuin, zomaar willen zij mij toch haten
Niemand durft wat restant eten voor mij achter te laten
Elk mens heeft zo zijn momenten, een zwerver te zijn in deze wereld
Maar de religie leert ons te offeren voor deze groep personen
Om één te zijn om samen in Gods Huis te mogen wonen
De zwerver in mij a poem by Kurt Nahar